Rezension über:

Ralf G. Jahn / Karl-Heinz Tekath / Bernhard Keuck (Hgg.): "Ein guter Nachbar ist ein edel Kleinod". Das Herzogtum Geldern im Spannungsfeld von Bündnis und Konkurrenz an Maas, Rhein und Ijssel, Geldern: Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend 2005, 183 S., ISBN 978-3-921760-33-8, EUR 18,90
Inhaltsverzeichnis dieses Buches
Buch im KVK suchen

Rezension von:
Rudolf A. A. Bosch
Rijksuniversiteit Groningen
Redaktionelle Betreuung:
Stephan Laux
Empfohlene Zitierweise:
Rudolf A. A. Bosch: Rezension von: Ralf G. Jahn / Karl-Heinz Tekath / Bernhard Keuck (Hgg.): "Ein guter Nachbar ist ein edel Kleinod". Das Herzogtum Geldern im Spannungsfeld von Bündnis und Konkurrenz an Maas, Rhein und Ijssel, Geldern: Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend 2005, in: sehepunkte 9 (2009), Nr. 3 [15.03.2009], URL: https://www.sehepunkte.de
/2009/03/10510.html


Bitte geben Sie beim Zitieren dieser Rezension die exakte URL und das Datum Ihres Besuchs dieser Online-Adresse an.

Ralf G. Jahn / Karl-Heinz Tekath / Bernhard Keuck (Hgg.): "Ein guter Nachbar ist ein edel Kleinod"

Textgröße: A A A

De huidige landsgrenzen tussen Duitsland en Nederland verhullen een historische vervlechting van politieke, economische en culturele structuren binnen een gebied dat zich uitstrekt over het gehele Nederrijngebied en de aangrenzende Nederlandse provincies Gelderland en Limburg. Het voormalige hertogdom Gelre strekte zich aan beide zijden van de huidige landsgrenzen uit, sloot aan op de Nederrijnse vorstendommen Gulik, Kleef en Berg en vormde voor de ontwikkelingen die zich in de late Middeleeuwen en Vroegmoderne periode binnen dit gebied afspeelden een beslissende factor. [1] In het kader van het 150-jarig bestaan van de 'Historische Verein für Geldern und Umgegend' werd in 2001 met een tentoonstelling en een breed opgezette publicatie aandacht geschonken aan de geschiedenis van het hertogdom Gelre. [2] In 2003 volgde een nieuwe, herziene en uitgebreide Nederlandse editie van het boek. [3] Aan deze publicaties werden door zowel Duitse als Nederlandse historici bijdragen geleverd, waarmee voor het eerst de grensoverschrijdende stap werd genomen om de historiografische traditie wat betreft het hertogdom Gelre een nieuwe impuls te geven. Het grensoverschrijdende element zorgde ervoor, dat voor de financiering van deze onderneming kon worden aangeklopt bij het INTERREG II-programma van de Europese Unie, dat met name gericht was op de (culturele) integratie van verschillende regio's binnen de EU.

De hier te recenseren publicatie werd alweer enige tijd geleden uitgebracht door de 'Historische Verein für Geldern und Umgegend' met ondersteuning uit hetzelfde programma. Achter de titel gaat een bundeling van zestien artikelen schuil, waarin wordt ingegaan op de politieke positie van het hertogdom Gelre ten opzichte van de hem omringende vorstendommen (waaronder Utrecht, Kleve, Jülich en Berg) en de grotere politieke machtscomplexen binnen het toenmalige West-Europa: het Heilige Roomse Rijk, Frankrijk en het Bourgondisch-Habsburgse Rijk. De afzonderlijke bijdragen bieden stuk voor stuk een goed overzicht van de politieke verhoudingen tussen Gelre en afzonderlijke politieke grootheden, maar de bundel mist een duidelijke synthese. Het ontbreken van een gedegen inleidend hoofdstuk, conclusies, een voorwoord met motivaties voor deze uitgave en een index doet de lezer zoeken naar de grotere lijnen. De samenstellers hadden met dergelijke instrumenten de samenhang van de in deze bundel gepresenteerde artikelen kunnen versterken. Feitelijk wordt nu de rode draad van deze uitgave alleen geconcretiseerd in de titel op de omslag van het boek. Een titel die echter uit zichzelf schreeuwt om een synthese: waar lag nu werkelijk het spanningsveld tussen alliantie en concurrentie, wie of wat waren de 'prime movers' in de strategische politieke keuzes waarvoor de politieke krachten binnen het hertogdom zich gesteld vonden, kortom: wat waren de factoren die de politieke verhoudingen van Gelre met andere vorstendommen bepaalden?

Als we nu ons blikveld richten op de samenstelling van de bundel, dan valt meteen op dat de helft van de artikelen, al of niet vertaald van het Duits in het Nederlands, ook kan worden aangetroffen in de eerder verschenen Nederlandstalige bundel uit 2003. Daarin verschenen zes van de hier gepubliceerde artikelen reeds in een deel dat dezelfde titel draagt als de hier gerecenseerde bundel. Wat het doel van deze heruitgave is geweest blijft nu onduidelijk: hebben we hier van doen met een heruitgave van enkele Nederlandstalige artikelen voor het Duitstalige publiek? Bij verdere vergelijking valt ook het ontbreken van de bijdrage van Ralf G. Jahn over de verhoudingen tussen Gelre en Brabant op. De politieke tegenstellingen tussen beide hertogdommen hebben mijns inziens meer dan eens een doorslaggevende rol gespeeld in de politieke positiebepaling van het hertogdom Gelre. Hierbij valt te denken aan de niet te verwaarlozen gevolgen van de Slag bij Woeringen (1288) voor de politieke verhoudingen in het Rijn- Maas en Waalgebied en de voortdurende conflicten tussen Brabant en Gelre in het licht van coalitievorming in de Honderdjarige Oorlog en de Bourgondische expansiefase vanaf het midden van de vijftiende eeuw.

Een geslaagde keuze vind ik de opname van de bijdrage van Wilhelm Janssen. In de vorm van een inleidend hoofdstuk weet hij op overtuigende wijze een totaaloverzicht van de Gelderse geschiedenis tussen de elfde en de zestiende eeuw te schetsen. De rol van de steden als belangrijkste krachten achter de territorialisering van het latere hertogdom wordt helder en beknopt weergegeven. Veel minder geslaagd vind ik de opname van de vier afsluitende bijdragen van Ralf G. Jahn. De thematiek van het boek leent zich mijns inziens niet voor een plotselinge ommezwaai richting een genealogie van de graven van Geldern-Egmond(t) (153-162), een verhandeling over de titulatuur van de graven en hertogen van Gelre (163-172), een te vereenvoudigde en opsommingsgewijze weergave van de indeling van het hertogdom in kwartieren en ambten (173-175), en ten slotte een complete regentenlijst (176-181). Bovendien is de opzet zo beknopt, dat deze overzichten (de laatste zelfs in tabelvorm) nauwelijks toegevoegde waarde bieden voor de bestudering van de Gelderse geschiedenis.

Ondanks de hierboven aangedragen bezwaren leveren de meeste bijdragen in deze bundel belangrijke bouwstenen voor een hernieuwde bestudering van de Gelderse (politieke) geschiedenis. De auteurs weten op basis van de bestaande literatuur en uitgegeven bronnen een goed beeld te schetsen van onder meer het centrale en lokale bestuur binnen het hertogdom (Kuys), de rol van de adel (Scheler), de positie van het bisdom Utrecht ten opzichte van de landsheerlijkheden Holland en Gelre (Van Winter), de verhoudingen tussen Gelre en het Heilige Roomse Rijk (Geuenich en Arndt), Frankrijk (Jahn), Bourgondië en het Habsburgse Rijk (Ehm en Rotthoff-Kraus) en de Nederrijnse territoria Kleef, Gulik en Berg (Looz-Corswarem). De bijdragen zijn qua periodisering evenwichtig verdeeld: naast twee overzichtartikelen die vrijwel de gehele periode tussen 1100 en 1550 bestrijken, worden zes artikelen hoofdzakelijk gewijd aan de periode tot de vijftiende eeuw. Vier artikelen gaan in op de politieke verhoudingen vanaf de eerste Bourgondische bezetting van het hertogdom (1472-1477) door Karel de Stoute. Het vormen stuk voor stuk uitgangspunten voor gedetailleerder onderzoek naar de politieke geschiedenis van het hertogdom Gelre. De artikelen brengen zeer versnipperde gegevens bijeen en geven duidelijk de huidige stand van onderzoek weer. Toch slaagt men er niet genoeg in om het descriptieve niveau te ontstijgen. Antwoorden op vragen zoals ik die eerder hierboven heb gesteld zullen we in de bijdragen tevergeefs zoeken.

Het aantal afbeeldingen blijft beperkt, waardoor de aantrekkelijkheid voor het grote publiek minder groot lijkt, maar de waarde van deze bundel lijkt vooral te besloten te liggen in het feit, dat het een helder, beknopt (maar enigszins gefragmenteerd) overzicht biedt van pakweg een half millennium politieke verhoudingen van het hertogdom Gelre met de hem omringende vorstendommen. In dat opzicht is het de samenstellers toch gelukt om een begin te maken met de actualisering van de Gelderse historiografische traditie. Een synthese ligt mijns inziens nog ver achter de horizon. Laten we in ieder geval deze bijdragen als gedegen startpunt beschouwen voor ieder die wil bijdragen aan de politiek-institutionele geschiedenis van het hertogdom Gelre.

Noten:

[1] Wilhelm Janssen: Die niederrheinischen Territorien im Spätmittelalter. Politische Geschichte und Verfassungsentwicklung 1300-1500, in: Rheinische Vierteljahrssblätter 64 (2000), 45-167.

[2] Johannes Stinner / Karl-Heinz Tekath (eds.): Gelre - Geldern - Gelderland. Geschichte und Kultur des Herzogtums Geldern, 2 Bde., Geldern 2001.

[3] M. Evers / W. Th. M. Frijhoff (eds.): Het hertogdom Gelre. Geschiedenis, kunst en cultuur tussen Maas, Rijn en IJssel, Utrecht 2003.

Rudolf A. A. Bosch